Naast een kennismaking met ergometer en boot was de eerste les ook een kennismaking met de elementen. Er waren verscheidene buien, zodat we meteen de boot mochten leeghozen en goed droog maken. Maar verder waren de weergoden ons tijdens de cursus uitermate goed gezind; slechts één andere keer hadden we regen.
Een goede houding en de juiste volgorde van bewegingen zijn essentieel; hierop werd sterk gehamerd. Dus bij de haal benen-rug-armen en bij de recover andersom. Het was niet altijd gemakkelijk om daarin geen overlap te hebben. Langzamerhand leerden we echter de juiste roeibewegingen. Meestal werden de vergevingsgezinde wherries gebruikt, maar in de C-boten zijn we ook niet omgegaan.
Het sturen en geven van commando’s bleek een vak apart te zijn. Het juiste gebruik van stuurboord en bakboord was zeker in het begin lastig omdat je moest schakelen als roeier en stuur tussen links en rechts. Het duurde even eer termen als strijken en slippen bekleven. Maar al doende leert men, hoewel er soms toch nog sprake was van het andere stuurboord. Aanmeren ging al snel heel soepel, al hadden instructeurs niet altijd dezelfde mening over hoe langzaam of snel je dat moest doen.
Er waren meerdere hoogtepunten tijdens de cursus:
- Zover mogelijk roeien in 5 minuten op de ergometer. Hoe competitief is een mens!
- De tocht naar en door de Wieden langs de achtertuin van Menno. Het valt niet mee te pieterburen als de snelheid te laag is. Wind tegen zorgde bij enkelen voor pijnlijke blaren. De afgesproken aanlegplaats langs de route was ingepikt door kampeerders, maar even verder lag veel hooi op een weiland. Evenwel smaakte de koffie daar ook erg goed.
- Het laveren tussen de palen aan de overzijde van het vlot was een goede test voor stress-bestendigheid. Gelukkig hebben de boten het allemaal overleefd.
- Met de C1 heen en weer varen langs het vlot. Dit voelde al wat wankel, dus in de gladde boot zal het nog erger zijn. Niettemin willen bijna allen doorgaan met de skiff-1 cursus.
Het examen was natuurlijk het absolute hoogtepunt. Met een gemiddelde van 3 fouten per persoon was de theorie voldoende goed. De meest gemene vraag was welke kleur van de riem onder is. Het bleek het groene gras te zijn, omdat de blauwe lucht boven is. Marjon merkte echter op dat voor een roeiclub het blauwe water onder zou moeten zijn. ’t Diep is geen vliegclub. De praktijk van het roeien ging heel goed, ondanks de vrij sterke wind. Zelfs de palen vormden geen enkel probleem.
Dus we kunnen nu zelfstandig gaan roeien in een wherry of C-boot om ervaring op te doen en te genieten van de roeisport. Maar eerst op vakantie die de meesten door de cursus hebben moeten uitstellen.
Heel hartelijk dank aan alle vrijwilligers die ons de kunst van het roeien hebben bijgebracht.